Kerstmismijmeringen

We gaan terug naar de tijd toen Kerstmis nog nà Sinterklaas aan
bod kwam.Want zeg toch zelf,men begint er vroeg aan tegenwoordig.
Tenminste aan de lichtjes. Het wijst er alleen maar op hoe groot de behoefte
is aan gezelligheid. Het roept om menselijke nabijheid. En dat is
nu net wat God is komen doen die eerste Kerstmis, tussen de mensen
wonen. En dat willen we elk jaar weer in herinnering brengen door
de kerststal in huis te halen.

Zalige tijd
Hetwas een zalige tijd zo met z’n allen rond de stoof. We hadden warm,
we hadden eten en we hadden vooral veel familieverbondenheid.
Meer moest dat niet zijn. Het stalleke stond hoog en droog op de kast
want krijten heiligskes konden niet goed tegen de enthousiaste strelingen
van kinderhandjes. Die beeldjes waren amper zeven,acht centimeter groot
maar ze waren er allemaal tot en met de engel met een gebroken rechtervleugel
. De drie koningen wachtten geduldig achter het stalletje tot hun
toegang verleend werd tot de kribbe. Een veelkleurig glanzend vogeltje
met zilveren punkstaart zat vrolijk te fluiten op het dak. Een dennenboom
was er nog niet maar wel veel stro uit de koestal en vooral veel
groen: donzig mos en slierten klimop die we overvloedig vonden in de
beemden achter ons huis.

Een aanwinst
Later is er de kerstboom bijgekomen. Een paar heiligenbeelden en
vazen op de kast moesten een tijdje uitwijken. Er kwamen wondere
lichtjes in van allerlei kleuren en die lampjes kon je zelfs vervangen
als er eentje uitgebrand was. Er werden felkleurige ballen in gehangen,
geen plastieken exemplaren maar ballen die echt konden kapot
vallen. Wat ze dan ook geregeld deden. Echte kleurige kaarsjes
kwamen erbij in gedraaide was en met een wiek want ze hadden kunnen
branden. Maar ze mochten niet aangestoken worden vanwege het
brandgevaar, je begrijpt, die dorre dennentakjes en vooral dat engelenhaar.
Was me dat een karwei om dat engelenhaar goed over het boompje te
spreiden! Maar het geheel was mooi en verhoogde de gezelligheid in de
donkerste dagen van het jaar. En als er dan nog iemand langskwam met
een verhaal…

Zware kerstdag
De kerstdag uit onze jeugd was toch wel zwaar, neen, niet vanwege het
eten want dat was altijd lekker,maar vanwege de kerk. Drie missen waren
er en die bleken niet zonder ons te kunnen. We begonnen er
aan om zes uur ‘s morgens. Daarbij kwam in ons dorp de ‘gedurige
aanbidding’. Na de derde mis werd de monstrans uitgestald ter aanbidding.
Per uur was een andere straat aan de beurt en wij hadden ongelukkig
genoeg de beurt van 12 tot één uur. Niet te doen zou je denken
en ik had voor één keer graag geholpen bij de afwas. Maar ik herinner
me toch dat onze straat goed vertegenwoordigd was en ook dat er
soms gesnurkt werd … Na de aflossing waren we tegen kwart na één
terug thuis maar tegen kwart voor drie moesten we terug naar de kerk
voor de vespers en het lof. En al zette de koster-organist samen met
de zangers er goed de vaart in, het duurde toch tot bijna 4 uur eer de
monstrans terug in het tabernakel stond. Tegen we goed terug thuis
waren was het donker. En we waren natuurlijk jaloers op die straat
die juist tussen 3 en 4 hun aanbiddingsbeurt hadden. Een poging
om er een beurtrol van te maken is nooit gelukt. En toch was Kerstmis
een heerlijke dag. En kijk, uit die vespers van toen is me als jongeling
die het Latijn probeerde te volgen in mijn plechtige communiemissaal,
het vers bijgebleven ‘De Heer spreekt tot mijn heer “zit aan
mijn rechterhand; Ik leg uw vijanden als voetbank voor uw voeten"
uit psalm 110 die we nu nog bidden in ons brevier bij de vespers van
Kerstmis.Eigenaardig toch.

Kersttoneel
Kerstmis uit mijn jeugd is ook verbonden met het kersttoneel.
De toneelgroep ‘Nut en Vermaak’ uit ons dorp speelde onvergetelijke kerststukken
als ‘Het kindeke Jezus in Vlaanderen’ op basis van de roman van Felix Timmermans
en het weergaloze ‘Stropers in de kerstnacht’,een verhaal van drie stropers die
zich voordoen als de driekoningen maar door de veldwachter ontmaskerd
worden. De figuur van Suske Wiet is me het meest bijgebleven.
Daar kwam veel volk op af ook van de omliggende dorpen zodat ze
het stuk vele malen moesten spelen voor een uitverkochte zaal. Voorloper
van de huidige kerstfilms op TV? Eénmaal herinner ik me nog –
maar toen was ik al puber – dat we met enkelen te voet naar de nachtmis
zijn getrokken in Hoeselt. Dat was een avontuur op zich want normaal
was in die tijd iedereen ten allerlaatste om 12 uur thuis.
Kerstmis toen … ’t was toch helemaal iets anders maar wel heel fijn.
Rik Palmans



School in Lauw, 1930 door T.Baillien en F.Vandevenne